Over de relatie tussen menselijke en bodem voeding
1. Eet lekkere producten
Binnen eenzelfde product, dus binnen preiplanten, wortels of welk product dan ook zijn er grote smaakverschillen. Dat heeft te maken met bodem en bemesting. De teler, of die nu gangbaar of biologisch teelt wordt uitbetaald naar opbrengst en niet naar kwaliteit. Om de hoogste opbrengst te krijgen is het belangrijk veel stikstofrijke mest te geven. Wanneer het gewas tot het eind van de groei veel stikstof krijgt is er na de oogst ook nog veel stikstof in de bodem over die uitspoelt. Dit betekent verspilling van stikstof en verontreiniging van het oppervlaktewater. Daarbij krijgt de plant niet de kans om af te rijpen en ontwikkelt de smaak niet goed. Tegelijkertijd blijft de voedingswaarde achter. Weinig smaak gaat samen met weinig gezondheid bevorderende stoffen; van vitamines tot sporenelementen.
In de supermarkt wordt de aandacht voor smaak geleidelijk groter. Er komen ook steeds meer bedrijven met een kring consumenten er om heen. Hier speelt de smaak vaak al een belangrijke rol en er is nog veel op te pakken. Wanneer je het bedrijf zelf kunt bezoeken of er voldoende over kunt lezen is het ook mogelijk om te beoordelen of de bodem, ook voor de wat langere termijn, goed verzorgd wordt. Groenteteelt kan de bodem niet goed verzorgen wanneer er niet minstens een maal in de drie jaar graan met groenbemester of gras wordt verbouwd. Is dat niet het geval dan moet er jaarlijks tenminste 30 ton vaste mest of compost worden gebruikt. Vraag het na bij het bedrijf waar u producten koopt.
2. Minder vlees, meer bonen
Gangbaar kost de productie van stikstofmeststoffen buitengewoon veel energie. Stikstofaanvoer via sojabonen uit verre landen is geen duurzaam systeem. In de biologische landbouw is er veel oppervlakte nodig om stikstofbindende gewassen te telen die geen menselijk voedsel opleveren. Wanneer de biologische landbouw alle stikstof zelf produceert zouden de opbrengsten ca 50% van gangbaar zijn. De oplossing: eet meer peulvruchten. Peulvruchten binden zelf alle benodigde stikstof. Voor velen zijn vegetarisch “namaak” gehakt, worsten enz. een goed alternatief.
3. Beperk gebruik van suiker
Suiker komt voornamelijk van suikerbieten. Suikerbieten laten weinig gewasresten achter. Gewasresten zijn van groot belang voor bodemleven en organische stofopbouw. Suikerbieten worden laat in het jaar geoogst. De bodem is dan vaak erg nat. Oogst in een nat jaar geeft vele jaren problemen met de bodemstructuur.
4. Vlees van grazende dieren
Grazende dieren leveren mest, ook voor akkerbouw en tuinbouw en de weilanden zorgen voor bodems met hogere organische stofgehalten. In een duurzaam landbouwsysteem is grazend vee heel belangrijk. Wanneer er ook klaver wordt meegewaaid is de gras/klaverweide een prachtige stikstofbinder. In de biologische landbouw staat er altijd klaver in de wei; in een gangbare meer op kringloop gerichte landbouw zal dat ook meer moeten gebeuren. Vlees van dieren die veel granen eten, bijvoorbeeld kip en varken, heeft een minder bodemvriendelijke achtergrond. De granen komen vaak uit eenzijdige teeltsystemen met weinig bodemverzorging.
5. Maak compost
Wie een eigen moestuin heeft kan door al het composteerbare materiaal tot compost te maken een kringloop tot stand brengen. Voor anderen kan dat vaak via de groenbak.
-----------------------------------------------------------
Meer lezen:
- Informatie over telen richting kwaliteit in plaats van opbrengst. Kijk op deze website onder: Achtergronden > Lekker en gezond.
- Interessante recente publicatie van Edwin Nuijten en René Groenen over smaakvergelijking van diverse CSA bedrijven in Noord-Brabant: Nuijten, E., R. Groenen. 2018. Diverse rassen voor een smaakmarkt in Noord-Brabant: Uittesten en verwaarden.
Rapport 2018-014 LbP. Louis Bolk Instituut, Bunnik. 43 p. Gratis downloaden via www.louisbolk.nl